‘Hersenschimmen’
Wij hebben voor het boek
‘hersenschimmen’ van J. Bernlef gekozen. Dit boek leek ons interessant, omdat
het hoofdthema van dit boek dementie is, een heel actueel onderwerp. In het
boek volgen we het verhaal van Maarten die zelf dementie heeft. Dat het over
dementie gaat, kun je al zien aan de titel, ‘Hersenschimmen’. De herinneringen
aan Maartens verleden worden steeds vager door de dementie. De herinneringen
zijn slechts schimmen, vandaar ‘Hersenschimmen’.
Onze verwachting was dat we een
beter idee zouden krijgen over hoe je je voelt als je dementie hebt en hoe het
proces verloopt, omdat de hoofdpersoon hier in het boek mee te maken heeft. Deze
verwachting is uitgekomen. Je merkt dat de hoofdpersoon steeds minder weet en
ook steeds angstiger wordt en steeds afhankelijker wordt, naarmate het verhaal
vordert. Zonder dit boek zou je dat gevoel zelf nooit kunnen ervaren, tenzij je
aan de ziekte lijdt.
Maarten is de hoofdpersoon in het
boek. Hij is 71 jaar en woont in Gloucester (Verenigde Staten). Hij woont hier
al 15 jaar samen met zijn vrouw Vera en hun hond Robert. Oorspronkelijk komt
hij uit Nederland. Hij heeft samen met Vera twee kinderen Freddy en Kitty, zij
wonen nog steeds in Nederland. Maarten heeft rechten gestudeerd en werkte bij
een Amerikaans bedrijf, ‘Intergovernmental Maritime Consultative Organisation’.
In het begin van het boek is zijn dementie nog niet heel erg, maar gedurende
het boek wordt de dementie steeds erger. Hij herkent op het eind zijn eigen
vrouw zelfs niet meer en hij gaat zich dingen inbeelden. Toch blijft hij
liefhebbend, maar aan het eind van het boek wordt hij ook angstig, omdat hij
zelf ook merkt dat hij steeds meer dingen gaat vergeten. Naast Maarten komen er
ook nog andere personen in het boek voor, zoals:
· Vera Klein: Vera is al vijftig jaar de vrouw van
Maarten. Ze heeft er moeite mee, dat haar man steeds verder aftakelt. Ze is
daar verdrietig om. Toch blijft ze een zorgzame, liefhebbende en sterke vrouw.
· Phil Taylor: Phil Taylor is de vrouw, die Vera
uiteindelijk gaat helpen om Maarten te verzorgen. Ze is een grote steun voor
Vera en erg behulpzaam.
· Kitty Klein: dochter van Maarten en Vera, woont
in Nederland. Er wordt in het boek niets verteld over haar karakter.
· Fred Klein: zoon van Maarten en Vera, woont in
Nederland. In boek wordt niets verteld over zijn karakter.
· Dr. Eardly: de huisarts van Maarten. Er wordt
ook niks verteld over zijn karakter.
· Ellen Robbins: Een goede vriendin/kennis van
vooral Vera, maar ook van Maarten. Er wordt
niets verteld over haar eigenschappen.
Schrijfstijl
De hoofdpersoon is dus Maarten. Het
verhaal wordt ook verteld door Maarten in de ik-persoon en hij is ook degene
die alles waarneemt. Hij is dus verteller en focalisator, waardoor je goed te
weten komt hoe hij zich voelt.
Het verhaal speelt zich af vooral
af in zijn huis in Gloucester (Verenigde Staten). Soms speelt het verhaal zich
ook af in Gloucester zelf. In het begin gaat hij namelijk Gloucester in om zijn
hond uit te laten. Later komt hij hier terecht, omdat hij wegloopt van huis.
Het verhaal speelt zich af in de winter. Er ligt veel sneeuw.
Dit is belangrijk, omdat Maarten zijn
vergeetachtigheid vaak wijdt aan het feit; dat het winter is; dat het koud is
en dat er sneeuw ligt. Dat sneeuw kan je ook vergelijken met hoe het in
Maartens hoofd is. Door de sneeuw lijkt alles op elkaar en alles is een beetje
vaag. In Maartens hoofd is ook alles vaag. De winter kan dus als motief worden
gezien. In het boek komen ook nog andere motieven voor, namelijk: de oorlog, de
taal, het boek ‘Our man in Havana’ en de tijd. Maarten heeft het in het boek
regelmatig over de oorlog. Soms komen er herinneringen boven over de oorlog,
maar soms denkt hij dat het nog steeds oorlog is, terwijl dat niet het geval
is. Taal is ook belangrijk in het boek. Aan het taalgebruik van Maarten kun je
goed zien, hoe ziek hij is. In het begin is er namelijk nog niets te merken aan
zijn taalgebruik, maar hoe zieker hij wordt, hoe slechter zijn taalgebruik
wordt. Op het eind kan hij zelfs geen normale zinnen meer vormen. Omdat hij in
Amerika woont, spreekt hij ook Engels. Maar hoe zieker hij wordt, hoe slechter
hij deze taal beheerst. Het boek ‘Our man in Havana’ is ook een veel terugkerend
gegeven in het boek. In het begin herkent hij het boek nog, maar telkens als
hij het terugziet, herinnert hij zich er minder van. Door zijn dementie raakt
Maarten ook zijn tijdsbesef kwijt. Hij weet niet meer of het dag of nacht is en
wanneer dingen gebeurd zijn. Soms denkt hij terug aan het verleden en denkt dan
dat het op dat moment gebeurt.
Tijd
Het verhaal is chronologisch
verteld. In het verhaal zitten geen vooruitwijzingen, wel zitten er veel
terugwijzingen en flashbacks in. De flashbacks zijn de herinneringen van
Maarten aan vroeger. De verteltijd is 153 bladzijden. De vertelde tijd is
ongeveer negen dagen, maar door de flashbacks is de vertelde tijd ongeveer 65
jaar. Dit kan je zien aan de cursief gedrukte zin. Deze zin geeft een nieuwe
dag aan.
Open plekken
Door onder andere de flashbacks
worden vragen bij je opgeroepen. In het verhaal vinden we dan ook veel open
plekken. Vragen als: Waar komt Maarten terecht? Wie is Karen? Wat was zijn
relatie tot zijn vroegere pianolerares Greet? Wat voor relatie had Maarten
vroeger met zijn vroegere collega, Karl Simic? Hoe loopt het af met Maarten? Wat
gebeurt er met Vera?, worden eigenlijk niet beantwoord.
Gezamenlijk
oordeel
We vonden ‘Hersenschimmen’ een
mooi boek, maar doordat Maarten steeds verder achteruit gaat, wordt het voor de
lezer naar mate het boek vordert steeds moeilijker te volgen. Hij raakt zijn
gevoel voor taal kwijt en maakt vreemde zinnen. Als lezer moet je je aan het
einde erg focussen om het boek nog enigszins te kunnen volgen.
Persoonlijke
conclusie
De samenwerking verliep goed. We
hebben de taken eerlijk verdeeld en ieder van ons heeft haar taak goed
uitgevoerd. Ik heb van deze opdracht geleerd hoe je een boek echt moet
analyseren. Ik wist wel hoe dat moest, maar ik had het nog nooit echt gedaan.
Het leesniveau van het boek ‘Hersenschimmen’ is leesniveau drie. Dit is ook
ongeveer mijn leesniveau. Dus het boek was voor mij in het begin goed te volgen,
later werd het, zoals eerder gezegd, moeilijker te volgen door het vreemde taalgebruik
van Maarten. Ik wil dat het volgende boek leesniveau vier heeft, omdat ik denk
dat ik wel een stapje verder kan. Ik zit eraan te denken om als volgende boek
‘Schitterend gebrek’ te lezen van Arthur Japin. Dit weet ik alleen nog niet
zeker.