1.1
A. Auteur: Tommy Wieringa
Titel: Joe
Speedboot
B. Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar
van uitgave: 2008
Druk: 2005
C. Aantal pagina’s: 447
1.2 Genre: ontwikkelingsroman,
psychologische roman
1.3 Samenvatting:
Het boek Joe Speedboot gaat over
Fransje Hermans, hij is gehandicapt en kan alleen nog maar één arm gebruiken.
Dit komt doordat hij door een ongeluk in coma is geraakt. Aan het begin van het
boek ontwaakt Fransje uit deze coma. In de tijd dat hij in coma lag , ongeveer
een jaar, is er veel veranderd in het dorp Lomark, waar Fransje met zijn ouders
en twee broers woont. Er is namelijk een jongen, Joe Speedboot, met zijn ouders
en zusje komen wonen. Joe Speedboot is niet zijn echte naam, maar hij wil niet vertellen
hoe hij werkelijk heet. Toen zij in het dorp aankwamen, reden ze een huis
binnen waarbij de vader van Joe om het leven is gekomen. Joe Speedboot zet het
hele dorp op stelten en iedereen heeft het over hem. Fransje wordt uiteindelijk
vrienden met Joe en ook met de vrienden van Joe, Christof en later Engel raakt
hij bevriend. Samen beleven ze allerlei gekke dingen die Joe verzint. Op een
dag komt PJ, een Zuid-Afrikaans meisje, in Lomark wonen en zij raakt bevriend
met de vriendenclub. Fransje vindt PJ erg leuk en wordt verliefd op haar.
Na een hun examen gehaald te hebben,
gaan alle vrienden van Fransje studeren, behalve Fransje zelf. Daar heeft hij
het best zwaar mee. Na een tijdje komt Joe toch weer terug naar Lomark, omdat
het studeren toch niet echt zijn ding blijkt te zijn. Hij komt met het plan om
van Fransje een armworstelaar te maken en daarom doen ze mee aan verschillende
toernooien. Dan komt PJ opeens ook terug naar Lomark en doet mee aan het plan
van Joe om van Fransje een armworstelaar te maken. Als ze terug komen van een
toernooi, krijgen ze te horen dat hun vriend Engel is overleden. PJ, Joe en
Fransje wonen zijn begrafenis bij en gaan daarna naar een groot toernooi waar
Fransjes arm gebroken wordt. Hij kan dus helemaal niks meer en is volledig
afhankelijk van Joe. Ze overnachten in
een hotel en bij vertrek moeten de paspoorten worden opgehaald, zo komt PJ
erachter dat Joe eigenlijk Achiel Stephaan is.
Op een dag kijkt PJ in de dagboeken
van Fransje en komt zij erachter dat Fransje altijd al verliefd op haar is
geweest. Nu ze dat weet beginnen Fransje en zij een seksuele relatie.
Het boek gaat opeens vele jaren
verder. PJ is zwanger en trouwt uiteindelijk met Christof, maar gaat nog wel
steeds naar bed met Fransje. Joe heeft Lomark verlaten. Verder gaat het leven
in Lomark gewoon door.
Titelverklaring:
·
Het
verhaal wordt geschreven vanuit Fransjes perspectief, Joe Speedboot is in het
verhaal de held van Fransje. Daarom is het logisch dat Joe Speedboot de titel van
het boek is geworden.
·
Het
dorp waarin Fransje woont, is ontzettend saai. Door de komst van Joe Speedboot
is er echter weer veel te beleven in ‘Lomark’. Fransje beschrijft in het boek
de dingen hij meemaakt en in heel veel van die gebeurtenissen speelt Joe
Speedboot, omdat Joe meestal degene is die de gebeurtenis veroorzaakt en omdat
Joe Speedboot en Fransje ook echte vrienden zijn en dus veel meemaken samen. Aangezien
Joe Speedboot zo vaak voorkomt is het begrijpelijk dat het boek naar hem
genoemd is.
Titel auteur:
·
‘Fransje Hermans’, deze titel zou het verhaal goed omvatten. Fransje is
namelijk degene die het verhaal vertelt, alle gebeurtenissen die in het verhaal
beschreven worden, heeft Fransje dus ook werkelijk meegemaakt. Daarom denk ik
dat deze titel geschikt is voor het boek.
‘Er kwam weer zo’n lange vakantie aan. Zo’n
periode waarin je langzaam smelt en in eigen uitwasemingen wordt gemarineerd. Dat
was altijd een slechte tijd voor mij. Er was weinig te doen als je niet met
brommers en spekkige meisjes in de weer was. Wel ging ik zomers door het leven
in korte broek en uitzinnige hawaïhemden die ma voor me kocht, maar dat trok
alleen maar meer aandacht. Het liefst had ik veel kleren aan en de grijze plaid
van skai tot aan mijn hals opgetrokken, maar in de zomer kreeg ik daar vreselijke
uitslag van. Dus zat ik erbij als een afgestreken lucifer en keken de mensen
naar me alsof ik imbeciel was. Nu is dat sowieso het eerste wat ze denken als
ze iemand in een rolstoel zien, dat hij wel niet goed bij zijn hoofd zal zijn. Ik
ben al lang geleden opgehouden met pogingen om het tegendeel te bewijzen.’
· ‘Een
Speedboot in Lomark’, deze titel lijkt me ook passen bij het verhaal. Het dorpje
Lomark waar de meeste verhalen zich afspelen, is eerst een gewoon, normaal en
een beetje saai dorpje, maar dan komt Joe Speedboot met zijn familie naar
Lomark en zijn zij het gesprek van de dag.
‘Maar sinds kort is er meer aan de hand in
Lomark dan het weer. Sinds ik ere en tijdje tussenuit ben, is het trapgevelpand
van de familie Maandag verwoest door een verhuiswagen en schrikt iedereen zich
om de zoveel tijd een ongeluk door een enorme ontploffing ergens. Deze dingen
schijnen te maken te hebben met een jongen die Joe Speedboot heet. Hij is nieuw
in Lomark, ik heb hem nog nooit gezien.’
…….
‘De eerste keer dat Lomark van Joe en zijn
familie hoorde, was toen die Scania het monumentale trapgevelpand van de
familie Maandag in de Brugstraat binnen reed. Bijna tot aan zijn kont in de
voorkamer, waar de zoon Christof met een videospelletje voor de buis zat. Die bleef
doodstil zitten toen het gebeurde. Het eerste wat hij na een tijdje zag, was
een koplamp die als een woedend oog door de werveling van stof en puin prikte. Het
drong maar langzaam tot hem door dat er een vrachtwagen in zijn huis stond. Al
die tijd hoorde je alleen het toeink-toeink van het balletje van zijn videospel
dat over het beeldscherm sprong.
Op de grill van de Scania hing het bovenlichaam
van een man. Zijn armen hingen slap naar beneden, een vogelverschrikker die uit
de hemel was gevallen. Zijn onderlichaam stak nog in de cabine en hij was dood,
zoveel was duidelijk. Maar daarboven was nog leven: het rechterportier zwaaide
langzaam open en Christof zag een jongen naar beneden klimmen van een jaar of
twaalf, dertien, ongeveer zijn leeftijd. Hij droeg een goudkleurig hemd, een
knickerbocker en sandalen aan zijn voeten. Hij zag eruit alsof zijn ouders niet
helemaal wijs waren, en keek onaangedaan de kamer rond terwijl er kalk op zijn
hoofd en schouders dwarrelde.
-Hallo, zei Christof met de joystick nog in
zijn hand.
De ander schudde zijn hoofd alsof hij iets
raars dacht.
-Wie ben jij? Had Christof toen maar gevraagd.
-Joe heet ik, zei de jongen , Joe Speedboot.’