donderdag 12 juni 2014

leesgroep

‘Hersenschimmen’

Wij hebben voor het boek ‘hersenschimmen’ van J. Bernlef gekozen. Dit boek leek ons interessant, omdat het hoofdthema van dit boek dementie is, een heel actueel onderwerp. In het boek volgen we het verhaal van Maarten die zelf dementie heeft. Dat het over dementie gaat, kun je al zien aan de titel, ‘Hersenschimmen’. De herinneringen aan Maartens verleden worden steeds vager door de dementie. De herinneringen zijn slechts schimmen, vandaar ‘Hersenschimmen’.

Onze verwachting was dat we een beter idee zouden krijgen over hoe je je voelt als je dementie hebt en hoe het proces verloopt, omdat de hoofdpersoon hier in het boek mee te maken heeft. Deze verwachting is uitgekomen. Je merkt dat de hoofdpersoon steeds minder weet en ook steeds angstiger wordt en steeds afhankelijker wordt, naarmate het verhaal vordert. Zonder dit boek zou je dat gevoel zelf nooit kunnen ervaren, tenzij je aan de ziekte lijdt.

Maarten is de hoofdpersoon in het boek. Hij is 71 jaar en woont in Gloucester (Verenigde Staten). Hij woont hier al 15 jaar samen met zijn vrouw Vera en hun hond Robert. Oorspronkelijk komt hij uit Nederland. Hij heeft samen met Vera twee kinderen Freddy en Kitty, zij wonen nog steeds in Nederland. Maarten heeft rechten gestudeerd en werkte bij een Amerikaans bedrijf, ‘Intergovernmental Maritime Consultative Organisation’. In het begin van het boek is zijn dementie nog niet heel erg, maar gedurende het boek wordt de dementie steeds erger. Hij herkent op het eind zijn eigen vrouw zelfs niet meer en hij gaat zich dingen inbeelden. Toch blijft hij liefhebbend, maar aan het eind van het boek wordt hij ook angstig, omdat hij zelf ook merkt dat hij steeds meer dingen gaat vergeten. Naast Maarten komen er ook nog andere personen in het boek voor, zoals:
·     Vera Klein: Vera is al vijftig jaar de vrouw van Maarten. Ze heeft er moeite mee, dat haar man steeds verder aftakelt. Ze is daar verdrietig om. Toch blijft ze een zorgzame, liefhebbende en sterke vrouw.
·     Phil Taylor: Phil Taylor is de vrouw, die Vera uiteindelijk gaat helpen om Maarten te verzorgen. Ze is een grote steun voor Vera en erg behulpzaam.
·     Kitty Klein: dochter van Maarten en Vera, woont in Nederland. Er wordt in het boek niets verteld over haar karakter.
·       Fred Klein: zoon van Maarten en Vera, woont in Nederland. In boek wordt niets verteld over zijn karakter.
·       Dr. Eardly: de huisarts van Maarten. Er wordt ook niks verteld over zijn karakter.
·       Ellen Robbins: Een goede vriendin/kennis van vooral Vera, maar ook van  Maarten. Er wordt niets verteld over haar eigenschappen. 

Schrijfstijl

De hoofdpersoon is dus Maarten. Het verhaal wordt ook verteld door Maarten in de ik-persoon en hij is ook degene die alles waarneemt. Hij is dus verteller en focalisator, waardoor je goed te weten komt hoe hij zich voelt.

Het verhaal speelt zich af vooral af in zijn huis in Gloucester (Verenigde Staten). Soms speelt het verhaal zich ook af in Gloucester zelf. In het begin gaat hij namelijk Gloucester in om zijn hond uit te laten. Later komt hij hier terecht, omdat hij wegloopt van huis. Het verhaal speelt zich af in de winter. Er ligt veel sneeuw.

Dit is belangrijk, omdat Maarten zijn vergeetachtigheid vaak wijdt aan het feit; dat het winter is; dat het koud is en dat er sneeuw ligt. Dat sneeuw kan je ook vergelijken met hoe het in Maartens hoofd is. Door de sneeuw lijkt alles op elkaar en alles is een beetje vaag. In Maartens hoofd is ook alles vaag. De winter kan dus als motief worden gezien. In het boek komen ook nog andere motieven voor, namelijk: de oorlog, de taal, het boek ‘Our man in Havana’ en de tijd. Maarten heeft het in het boek regelmatig over de oorlog. Soms komen er herinneringen boven over de oorlog, maar soms denkt hij dat het nog steeds oorlog is, terwijl dat niet het geval is. Taal is ook belangrijk in het boek. Aan het taalgebruik van Maarten kun je goed zien, hoe ziek hij is. In het begin is er namelijk nog niets te merken aan zijn taalgebruik, maar hoe zieker hij wordt, hoe slechter zijn taalgebruik wordt. Op het eind kan hij zelfs geen normale zinnen meer vormen. Omdat hij in Amerika woont, spreekt hij ook Engels. Maar hoe zieker hij wordt, hoe slechter hij deze taal beheerst. Het boek ‘Our man in Havana’ is ook een veel terugkerend gegeven in het boek. In het begin herkent hij het boek nog, maar telkens als hij het terugziet, herinnert hij zich er minder van. Door zijn dementie raakt Maarten ook zijn tijdsbesef kwijt. Hij weet niet meer of het dag of nacht is en wanneer dingen gebeurd zijn. Soms denkt hij terug aan het verleden en denkt dan dat het op dat moment gebeurt.

Tijd

Het verhaal is chronologisch verteld. In het verhaal zitten geen vooruitwijzingen, wel zitten er veel terugwijzingen en flashbacks in. De flashbacks zijn de herinneringen van Maarten aan vroeger. De verteltijd is 153 bladzijden. De vertelde tijd is ongeveer negen dagen, maar door de flashbacks is de vertelde tijd ongeveer 65 jaar. Dit kan je zien aan de cursief gedrukte zin. Deze zin geeft een nieuwe dag aan. 

Open plekken

Door onder andere de flashbacks worden vragen bij je opgeroepen. In het verhaal vinden we dan ook veel open plekken. Vragen als: Waar komt Maarten terecht? Wie is Karen? Wat was zijn relatie tot zijn vroegere pianolerares Greet? Wat voor relatie had Maarten vroeger met zijn vroegere collega, Karl Simic? Hoe loopt het af met Maarten? Wat gebeurt er met Vera?, worden eigenlijk niet beantwoord.

Gezamenlijk oordeel

We vonden ‘Hersenschimmen’ een mooi boek, maar doordat Maarten steeds verder achteruit gaat, wordt het voor de lezer naar mate het boek vordert steeds moeilijker te volgen. Hij raakt zijn gevoel voor taal kwijt en maakt vreemde zinnen. Als lezer moet je je aan het einde erg focussen om het boek nog enigszins te kunnen volgen.

Persoonlijke conclusie

De samenwerking verliep goed. We hebben de taken eerlijk verdeeld en ieder van ons heeft haar taak goed uitgevoerd. Ik heb van deze opdracht geleerd hoe je een boek echt moet analyseren. Ik wist wel hoe dat moest, maar ik had het nog nooit echt gedaan. Het leesniveau van het boek ‘Hersenschimmen’ is leesniveau drie. Dit is ook ongeveer mijn leesniveau. Dus het boek was voor mij in het begin goed te volgen, later werd het, zoals eerder gezegd, moeilijker te volgen door het vreemde taalgebruik van Maarten. Ik wil dat het volgende boek leesniveau vier heeft, omdat ik denk dat ik wel een stapje verder kan. Ik zit eraan te denken om als volgende boek ‘Schitterend gebrek’ te lezen van Arthur Japin. Dit weet ik alleen nog niet zeker.